Nobody Home
Mijn kerstgedachte voor 2015 |
De ouders van een nog ongeboren kind kloppen aan bij een herberg. Een plek voor bed, bad en brood. De deur wordt opengedaan, maar het is vol. De herberg is vol. Tjokvol. Er kan geen schamele reiziger meer bij. De toestand van de moeder wordt uitgelegd. De herbergier weet dat zij niet de straat op kunnen worden gestuurd. In het land waar zich dit tafereel afspeelt mag men geen reizigers zomaar de duisternis in sturen. Te gevaarlijk met gespuis langs de weg. Dat heet: beschermingsplicht ten behoeve van de gast die op uw pad komt.
Er wordt provisorisch een slaaphoek ingericht. Het is weliswaar een stal met wat levende have, maar het is droog, warm en beschut. Die nacht baart de moeder een jongetje. Dat krijgt de naam Jezus.
Ik woon in een land waar rondom deze tijd van het jaar de geboorte van dit kind wordt gevierd. Deze baby was rondom het tijdstip van zijn geboorte ergens welkom. Hij en zijn ouders.
Ik kijk naar beelden van inwoners van een ander dorp, okay, een stadje: Geldermalsen. Daar waar een ‘herbergier’ probeert provisorisch ruimte te scheppen voor de vreemdeling, komen bepaalde dorpsbewoners en rapalje uit andere plaatsen dit met geweldadige intimidatie verhinderen. Zich mede beroepend op onze cultuur. Maar die cultuur is gebaseerd op de Christelijke traditie, waarin dat ooit pasgeboren jongetje een cruciale rol speelt. Het kind werd volwassen en begon met het preken van liefde, mededogen en medemenselijkheid. Zodanig zelfs, dat mensen dat als een wonder gingen ervaren.
Donderdagavond zag ik de voorstelling ‘Nobody Home’, gemaakt door vier jonge theatermakers, ooit als kind, gevlucht uit Iran, Syrië en Bosnië. Vlijmscherpe humor, vileine grappen en emotie die je meesleept tot in de diepere lagen van de zielen van deze ooit gevluchte jonge mensen. Zij speelden en verbeeldden van alles wat mij raakte. Maar helemaal aan het eind was een tekst, die ik min of meer kan citeren: ‘Nu hebben wij twee huizen. Eén in Nederland en één in (dit geval) Bosnië. Twee huizen, maar ik ben nergens thuis’.
trailer 2014
Als je op de vlucht bent doe je dat nooit vrijwillig. Hoe onzeker is de toekomst die je tegemoet gaat. De enige zekerheid is dat het in je eigen land niet veilig is. Dat is vrezen voor je leven.
De acteurs hebben hun ervaringen als vluchtelingenkind gedeeld met hun publiek. Hilarisch, omdat zij ook hun moeders speelden, maar ook tenenkrommend en intens verdrietig om wat zij en hun ouders hebben meegemaakt. Die ouders zullen nooit meer ergens helemaal thuis zijn. Hun kinderen, de nieuwe generatie, kunnen pas echt bouwen aan een toekomst met een thuis. En weet je waarom? Omdat ze ondanks allerlei foute starts, zie de voorstelling, ooit op een dag in een herberg, al was het soms een stal, zijn opgevangen en uiteindelijk, na veel bittere onzekerheid konden blijven in Nederland. Ze gingen alle vier studeren aan de toneelacademie in Maastricht en nu kunnen zij ons ontroeren en meevoeren dankzij hun geweldige acteer- schrijf- en regietalent. Zij gaven ons donderdag een groot cadeau: Een mooie voorstelling en een levensgrote theaterspiegel, waarin Nederland ons wordt voorgehouden. Als we komende week het verhaal uit Bethlehem zullen horen, denk dan met mij aan al die mensen die aan onze deur kloppen. Waarvoor wij een stap opzij moeten doen. Ik doe het bijna nooit, maar ik zeg het voor één keertje: In Jezusnaam. Met grote dank aan regisseuse Daria Bukvic en de acteurs Vanja Rukavina, Majd Mardo en Saman Amini Vanaf april 2016 toeren zij met Nobody Home nog door het land en zijn zij te zien op het Oerol Festival.