Theater

Theater

De gordijnen ruiken muf en zijn verschoten
Het podium is verlaten koud en kaal
Wat eens de speelplaats was van alle groten
Daar staan wat kratten en wat stoelen uit de zaal

De kamers achter het toneel bewaren
Geheimen van de namen van weleer
Hun beeltenis staat mij hier aan te staren
Vanaf een poster van vergeeld vergaan papier

Toen was het druk zegt plotseling een dame
Ze kijk me daarbij heel afwezig aan
Ik wou dat ze hier nog een keertje kwamen
Maar ach de meesten zijn al dood gegaan

Wim Sonneveld, Wim Kan en ook Frons Jansen
En eerder Snip en Snap met hun revue
Na afloop dronk men wat of ging men dansen
Ook de nazit was veel langer toen dan nu

Respect was heel gewoon in het theater
In smoking of een mooi avondtoilet
Toen kwam men nog op tijd, maar ach wat later
Heeft men die hoffelijkheid opzij gezet

Het ambacht van het spreken ging verloren
Vandaag is men afhankelijk van techniek
Toen kon je in de engelenbak zelfs horen
Wat vooraan zichtbaar was in de mimiek

We lopen naar de uitgang van ’t theater
Dat overmorgen hier niet meer zal staan
Met trieste blik wijst zij mij even later
Haar hele leven, bij die kassa aan

Met dit theater is ook een dame doodgegaan

Het oude theater in Gouda, de Schouwburg, werd afgebroken om plaats te maken voor een prachtig nieuw podium. Veel artiesten werken er graag. Maar ook destijds. Toon Hermans noemde de Goudse Schouwburg ooit al een van de prettigste in het land. De tijden van weleer en de namen van toen komen nooit meer terug. Een lied van weemoed.

Tekst en muziek: Dick Ridder
Uitvoerenden: Nick Teunissen, Marc Roeles, Dick Ridder

Stadions en Theaters

In de stadions en op pleinen
Waar de mensheid samenkomt
Wil men niet van wijken weten
Klinken leuzen roept men kreten
Niemand snoert de massamond
In de stadions en op pleinen
Kunnen mensen anoniem
De vreselijkste dingen roepen
Helden zijn in grote groepen
Luid gehoord, maar nooit gezien

In de stadions en op pleinen
Wordt van alles vaak gebruld
Ook om machthebbers te eren
Om hun namen te scanderen
Tegenstem wordt niet geduld
In de stadions en op pleinen
Is de strijd wij tegen zij
Onvoorwaardelijk aan de machten
Maar wat kunnen zij verwachten
Maakt de massa mensen vrij?

Maar in theaters op de planken
In een zaaltje achteraf
Klinken wonderschone klanken
Luid applaus om te bedanken
Omdat iemand alles gaf
In de theaters op de planken
Meegevoerd in fantasie
Komt verwondering tot leven
Worden dromen meegegeven
Groeit een nieuwe energie

In theaters op de planken
Komt men overal vandaan
Hoeven cultuur, geloof en rassen
Zich aan een waan niet aan te passen
Daar vult de één de ander aan
In theaters op de planken
Kunnen mensen groot en klein
Als vrije geesten zich bewegen
Mag men aan zich zelf ontstegen
Hartstochtelijk voor mensen gaan (of: staan)

Waar men ooit heeft horen roepen
Dat bepaalde andere groepen
Er niet langer mochten zijn.
Op dat ooit zo volle plein

Zingt een man van verre grenzen
In een hoekje voor wat mensen
Hartverscheurend zijn refrein
Want ook hij mocht er niet zijn

Met één spotlight op zijn ogen
Nee het volk heeft niet gelogen
Zie een niet te dragen pijn
Een diepte waarin ik verdwijn

In zijn ziel regeert het duister
Breekt een stem terwijl ik luister
En zo word ik plotseling klein
Want ik ken het goed, dit plein

Als dit kwaad de kans zal krijgen
Voor opnieuw, zal ik dan zwijgen?
Durf ik dapper dan te zijn
Of zorgen dat ik snel verdwijn?

Voor de aanklacht van de zanger
Een applausje, niet veel langer
is geen mens meer op dat plein
Hoe kan verdriet meer eenzaam zijn

Stadions maken mij vaak, door hun massale bevolking, wat angstig. Al helemaal als de massa zijn mond opendoet om ‘en masse’ een idee uit te dragen. Ideeën heb ik liever in het theater, waar niet de dwang van het volume, maar de vrijheid van de inhoud en de vorm het voor het zeggen hebben.

Tekst: Dick Ridder
Muziek: Niet beschikbaar