Srebrenica en de houten geweren
Soldaten nog jongens en soldaten nog meisjes
Geen kracht en geen macht met hun hulpgarnizoen
Onder helblauwe helmen, kijken hun lede ogen
Zij kunnen wel vechten, maar mogen niets doen
Zichtbaar zijn zij in een valkuil gelopen
Geen mens biedt nog enig verweer
Zij voelen alleen dat er niets valt te hopen
In de stinkende velden van eer
Rondom roepen mensen, ze schreeuwen en huilen
Maar de lucht zegt niets terug, daarmee zwijgt het voorgoed
De dood wordt bezegeld in kogels en kuilen
Daarheen lopen mannen hun dodemansstoet
Zij hebben die angst in hun hoofd opgeslagen
Zij vergeten die hulpkreet nooit meer
Maar zij kunnen en mogen hun leven niet wagen
In de stinkende velden van eer
Zij zien commandanten met krijgsheren praten
Die kruipen door stof en ze stamelen maar wat
Hun trots en hun missie wordt achtergelaten
Het bloed kleurt de velden rondom deze stad
Een veilige haven wordt een akker vol doden
Een ploeg een machinegeweer
Geen mens heeft hun bataljon bijstand geboden
In de stinkende velden van eer
Maar waar zijn die mensen die hen moeten sturen
De moedpolitiek en de heldgeneraal
Die hoeven geen spanning of angst te verduren
De mannen van faam met hun wegkijkmoraal
Hier staan haast nog kinderen met de dood in de ogen
Dat beeld dat verlaat hen nooit weer
Wat zijn die soldaten verlinkt en bedrogen
In de stinkende velden van eer
Onzichtbaar gebleven, de hoge mijnheren
Bevelen gegeven van ver bovenaf
Zij gaven dit legertje houten geweren
En wendden hun hoofden toen af