Lied voor de hemel

Aan God, Jaweh en Allah, Hemelpoortstraat zeven
Ik schrijf een brief aan U daar boven op uw troon
Ik had aan Ubbo Wockels hem graag meegegeven
Maar die is in ’t heelal een stukje om gaan zweven
Ik maak mij grote zorgen dus ik begin gewoon

Als in Uw kerken, in moskeeën, synagogen
U, grote Schepper van de aarde wordt vereerd
Dan snap ik niet zo goed de stilte van daarboven
Terwijl de schepselen hier naar hartenlust U loven
Dat die schepping zo verkracht wordt en onteerd

Want Jaweh, want God, want Allah U moet weten
Dat het grootste onrecht plaats vindt in Uw naam
Dat steeds Uw goddelijke macht wordt aangemeten
En door Uw woord of dat van één van Uw profeten
Zij die geloven anderen naar het leven staan

Dat zoveel volgelingen zoveel andere haten
Omdat er uit Uw boeken, heilig ooit verklaard,
Naar willekeur misbruik gemaakt wordt van citaten
Die als een vrijbrief dienen voor geloofsfanaten
Maar die alleen geloven in de macht van het zwaard

Kunt U daar boven niet eens samen overleggen
Wat U kunt doen tegen het onrecht in Uw Naam
Die vorm van blasfemie voor eeuwig stil te leggen
Dat men in Godsnaam nooit in Godsnaam meer zal zeggen
Ook niet de pastor, de rabbijn en de imam

Ik eindig met: U alle drie veel goeds te wensen
En alle wijsheid op Uw hemelse balkon
En als U tijd hebt wilt U dan wat lieve mensen
Een knuffel geven, zo wat hemelse forenzen
Vooral aan opa die zo vreselijk vloeken kon

Mensen misbruiken hun godsdienst voor eigen idealen, al moeten deze idealen worden bereikt met behulp van onderdrukking en geweld.

Tekst: Dick Ridder
Muziek: niet bestaand